Meer dan een eeuw verbonden met de tuinbouw

We schrijven het jaar 1950…
Eigenlijk hoeft Piet Vink er niet meer over na te denken. Het is gewoon een goed idee. Waarom hij dan toch tegen zijn compagnons, zijn zoon Siem en zijn schoonzoon Siem Bakker, had gezegd dat hij er vanavond pas op terug zou komen, weet hij zelf ook niet. De beide jongens hebben zich meer dan bewezen in zijn bedrijf. Ze werken hard, zorgen voor een opgeruimde werkplaats en snappen wat klanten willen. “Pa”, had zoon Siem zojuist gezegd, “de groei zit weer in de tuinbouw. Er is geld om te investeren in grotere kassen, die ook verwarmd moeten worden. De kwekers weten niet hoe dat moet, en kijken naar ons. De ijzeren kasconstructies maken we al voor ze, wat als we ook verwarming aan zouden gaan leggen?” “Ja”, vulde schoonzoon Siem aan, “Ik wil daarvoor wel een opleiding gaan volgen.” “We hebben het er vanavond wel over”, had Piet gezegd, vlak voordat wegvoer in zijn praam, volgeladen met door hem gerepareerd tuinbouwgereedschap en staal voor de kassenbouw. Op weg naar een kweker in de Veense polder.

Die vaartochtjes waren Piets gestolen momenten, even weg uit de bedrijvigheid in de werkplaats in het ‘zuije van de Veen’. Vooral op zo’n zonnige dag als vandaag. Zijn gedachten dwalen terug in de tijd. Hij ziet zichzelf weer als de jongeman die in 1921 een smederij voor tuinbouwgereedschappen startte. Had hij er zelf ook niet alles aan gedaan om altijd kwaliteit te leveren? Zo was het hem volgens kwekers gelukt om met precisie de beste tuinbouwgereedschappen in de regio te maken. Ook had hij zijn smederijwerk in de loop der jaren met volharding uit kunnen breiden met constructiewerk. Diezelfde gedrevenheid ziet hij nu terug in zijn zoon en schoonzoon en dat stemt Piet hoopvol. De oorlogsjaren waren immers niet makkelijk geweest, voor niemand. De wederopbouw die nu gaande was, gefinancierd door de Amerikanen met het Marshallplan, bood nieuwe kansen. Maar Piet weet als geen ander hoe hard kwekers moeten werken om die kansen te verzilveren, als dat ze al zou gaan lukken. Misschien zit daar het laatste spoortje van twijfel over het idee om schoonzoon Siem een opleiding tot verwarmingstechnicus te laten volgen.

Als Piet onder de ‘tuindersbrug van Vink’ doorvaart, door hem zelf ontworpen en gebouwd, schrikt hij op uit zijn gedachten. Zijn aandacht wordt getrokken door drijvende tulpen in de sloot voor hem. Niet een, maar tientallen. Ze dobberen sereen op het wateroppervlak. De wind is ineens gaan liggen en het is muisstil in de polder. Zelfs de vogeltjes die er zojuist nog lustig op los kwetterden zijn voor even uitgezongen. Alles wat in beweging was, verstilt. Alleen in de verte is een watercirkel zichtbaar, een rimpeling slechts. Er gaat een siddering door Piets lijf. De Veenmeermin, denkt hij, ze moet hier in de buurt zijn. Dat kan niet anders. Hij dankt in stilte de kwekers die deze tulpen kortgeleden aan haar geofferd moeten hebben. Piet weet dat als het om het offeren gaat, ieders naam haas zal zijn: niemand zal erover praten. Maar dat doet er voor hem niet toe. Nu hij weet dat de Veenmeermin de tulpenoffers geaccepteerd heeft, groeit zijn vertrouwen in de toekomst met de minuut.

Het zal niemand verbazen dat Siem Bakker snel daarna zijn verwarmingstechniekdiploma’s haalde. Onder de leiding van Siem Vink (van 1950 tot 1975) en Siem Bakker (van 1950 tot 1988) groeide Vink vervolgens uit tot een regionaal bekende totaalinstallateur die inmiddels meer dan 100 jaar bestaat. Anno 2023 is Vink nog steeds in Roelofarendsveen gevestigd en staat de zoon van Siem Bakker, Peter Bakker, aan het roer. Hoewel de klantenkring van Vink inmiddels sterk uitgebreid is naar andere sectoren, is het bedrijf nog steeds verbonden met de bloemensector. Bloemenveiling Royal Flora Holland in Aalsmeer is sinds 1970 een klant: vandaag de dag zijn daar nog steeds iedere dag medewerkers van Vink aan het werk.

Mede mogelijk gemaakt door Vink Installatie Groep. Concept en fotografie: Windkracht-10.nl Erma Rotteveel.  Tekstconcept: Annemieke de Man